Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nieuws

Wijzigingen rond de oude en nieuwe NOW-regeling

donderdag 18 juni 2020

De Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) is sinds de introductie niet uit het nieuws weggeweest. De subsidieregeling heeft als doel de werkgelegenheid te beschermen tijdens de coronacrisis.

Omdat deze crisis nog voortduurt, verlengt het kabinet de regeling. Vanaf 6 juli tot 1 september is de NOW 2.0 aan te vragen.

Bron Rendement Online 17 juni 2020

Sinds 6 april kunnen werkgevers met een acuut omzetverlies van minstens 20% een tegemoetkoming voor de loonkosten aanvragen bij UWV. De aanvraag voor de eerste ronde van de NOW (die ziet op omzetverlies in een periode die begint op 1 maart, 1 april of 1 mei) kon u bij UWV indienen tot en met 5 juni 2020 en is inmiddels dus niet meer mogelijk.

U kunt vanaf 7 oktober bij UWV vragen om definitieve vaststelling van de subsidieperiode. Zie het kader hieronder.

Vaststelling volgt later

De definitieve vaststelling van de eerste subsidieperiode (die start op 1 maart, 1 april of 1 mei) kunt u bij UWV aanvragen vanaf 7 oktober. De datum van 7 oktober geldt voor werkgevers die alleen een aanvraag in de eerste ronde hebben ingediend. Als er voor beide rondes, of alleen de tweede ronde (juni, juli, augustus en september 2020) een NOW-aanvraag is ingediend, kunt u de vaststelling pas na afloop van het tweede tijdvak aanvragen. Een datum daarvoor wordt later bekendgemaakt.

Nieuwe spelregels

Vanaf 6 juli kunnen aanvragen voor de tweede ronde van de NOW worden ingediend bij UWV. Het doel blijft hetzelfde: zo veel mogelijk werknemers in dienst kunnen houden ondanks een terugval in de omzet van ten minste 20%.

Maar de spelregels zijn enigszins veranderd. Bij deze tweede ronde gaat het om de omzetdaling over een viermaandsperiode die start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus.

Doet u voor de tweede keer een beroep op de NOW? Dan is het vereist dat de te bekijken omzetperiode aansluit op de periode gekozen in het eerste tijdvak. De referentiemaand voor de loonsom wijzigt van januari voor de NOW 1.0 naar maart voor de NOW 2.0.

UWV verstrekt voorschot

Zowel werkgevers die al een aanvraag in het eerste tijdvak hebben gedaan, als werkgevers die voor het eerst een beroep gaan doen op de NOW kunnen de subsidie vanaf 6 juli aanvragen. Op basis van de aanvraag in de tweede tranche verstrekt UWV opnieuw een voorschot van 80% van de verwachte tegemoetkoming aan de werkgever.

Achteraf stelt UWV vast wat het daadwerkelijke omzetverlies is geweest en of sprake is van een daling van de loonsom over de maanden juni, juli en augustus. De definitieve subsidie bedraagt dan maximaal 90% van de loonsom en is gerelateerd aan het omzetverlies.

Voor zowel de NOW 1.0 als de NOW 2.0 geldt dat subsidies die organisaties in het kader van de coronacrisis ontvangen als omzet meetellen, behalve de NOW-subsidie zelf. Het geldt bijvoorbeeld voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten. Bij de vaststelling van de definitieve tegemoetkoming kan het zijn dat UWV subsidie nabetaalt of terugvordert.

Referentiemaand gewijzigd

De NOW-regeling houdt geen rekening met seizoenspatronen. Daarom kunnen ondernemingen met een seizoenspiek niet in dezelfde mate van de loonsubsidie van de NOW gebruikmaken als ondernemingen waar de loonkosten over het jaar minder fluctueren.

In het tweede noodpakket is maart de referentiemaand voor de loonsom waar de NOW-subsidie op gebaseerd is. Dit kan uitkomst bieden aan organisaties die tussen januari en maart hebben opgeschaald. Als zij in maart een hogere loonsom hadden dan in januari, zal deze aanpassing voor het tweede tijdvak tot een hogere subsidie leiden.

In de NOW 1.0 is ook een aanpassing gedaan voor seizoenswerk. Is de loonsom van maart tot en met mei hoger dan de loonsom van driemaal januari? Dan wordt die hogere loonsom van maart tot en met mei bij de definitieve vaststelling automatisch als uitgangspunt genomen voor de berekening van de subsidiehoogte.

De loonsommen van april en mei worden vervolgens gemaximeerd op de loonsom van maart. Is er recht op een aanvullende tegemoetkoming, dan zal UWV deze na afloop van de subsidieperiode uitbetalen, maar niet eerder dan oktober.

Soms is er een verklaring nodig bij de vaststelling

Bij het definitief vaststellen van de NOW-subsidie is in sommige gevallen een accountants- of derdenverklaring verplicht:

  • De accountantsverklaring is verplicht voor ondernemingen die een voorschot (80% van het verleende subsidiebedrag) hebben ontvangen van € 100.000 of meer, of bij een geschat vaststellingsbedrag boven de € 125.000. Hiervoor komt minister Koolmees met een online tool.
  • Als er geen accountantsverklaring nodig is, vraagt UWV bij vaststelling van een subsidie met een voorschot boven de € 20.000 of een vaststellingsbedrag boven de € 25.000, om een derdenverklaring. Hierin bevestigt bijvoorbeeld een administratiekantoor, financieel dienstverlener of brancheorganisatie de omzetdaling. De fiscus vraagt zo’n derdenverklaring ook bij bijzonder uitstel van betaling.

Wijzigingen NOW 2.0

In de NOW-regeling van het tweede noodpakket is de vaste (forfaitaire) opslag voor onder andere vakantiebijslag, pensioenpremie en andere werkgevers­lasten verhoogd van 30% naar 40%. Daarnaast zijn er nog drie wijzigingen die alleen gelden voor de NOW 2.0.

1 Winstuitkering

Een onderneming die een NOW-bedrag ontvangt waarvoor een accountantsverklaring vereist is, mag geen winstuitkering aan aandeelhouders doen, geen bonussen aan bestuur en directie uitkeren en geen eigen aandelen inkopen. Bonussen aan ‘gewone werknemers’ mogen wel.

2 Scholing

Het kabinet verplicht ondernemingen die de NOW aanvragen hun werknemers te stimuleren om aan bij- en omscholing te gaan doen of een ontwikkeladvies aan te vragen. Bij aanvraag van de NOW 2.0 gaat u hiervoor een inspanningsverlichting aan. Er komt een crisisprogramma genaamd ‘NL leert door’, waar mensen vanaf juli kosteloos online scholing en ontwikkeladviezen kunnen volgen.

3 Ontslag

Tot slot een heikel punt: de ‘ontslagboete’. In de NOW 2.0 blijft de correctie op de subsidie bij bedrijfseconomisch ontslag bestaan. Voor een werknemer voor wie ontslag is aangevraagd, corrigeert UWV de subsidie bij afrekening met 100% van de loonsom van die werknemer.

De subsidie wordt niet langer extra verlaagd met 50% van het loon van de ontslagen werknemer (de ‘boete’). Als een organisatie echter een tegemoetkoming in de loonkosten op basis van de NOW ontvangt en een ontslagaanvraag indient voor minimaal twintig werknemers (collectief ontslag), kort UWV bij de subsidievaststelling het totale subsidiebedrag met 5%.

Een werkgever die tot een akkoord weet te komen met belanghebbende vakbonden over de ontslagaanvraag om bedrijfseconomische redenen, ontkomt aan de korting van 5%. Ontbreken deze vakbonden, dan kan de werkgever een akkoord proberen te sluiten met een andere werknemersvertegenwoordiging.

Terug